Wim Delvoye

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Wim Delvoye
Wim Delvoye in september 2015
Persoonsgegevens
Geboren Wervik, 14 januari 1965
Geboorteland Vlag van België België
Beroep(en) beeldhouwer
Oriënterende gegevens
Bekende werken Cloaca
RKD-profiel
Website
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur
Cement Truck, 2010 (Hooikaai, Brussel)
Caterpillar 5 bis op de dijk van Middelkerke
Kunstwerken van Wim Delvoye bij het Waterkasteel van Moorsel

Wim Delvoye (Wervik, België, 1965) is een hedendaags Vlaams kunstenaar die werd opgeleid in Gent.[1]

Kenmerken van zijn werk[bewerken | brontekst bewerken]

Wim Delvoye is een Belgisch neo-conceptuele kunstenaar die zich eigent kunsthistorische stijlen en motieven toe-eigent en deze gebruikt om triviale maar toch onconventionele objecten te sublimeren, waarbij hij op een intelligente en verbazende wijze filosofische ideeën, een intrinsiek materiaalgebruik, moderne technieken en een liefde voor vakmanschap combineert.

Vanaf het begin van de jaren tachtig profileert hij zich met opgemerkte werken: strijkplanken en schoppen beschilderd met heraldische motieven, Delftse patronen op gasflessen, glas-in-loodramen in voetbalgoals,etc. Zijn werken zijn als het ware hybrides, spelend met de tegenstelling tussen hoog en laag, tussen hedendaagse kunst en popcultuur, waarbij ambacht en concept worden gecombineerd, en ernst tegenover ironie wordt uitgespeeld.

Vanaf de jaren negentig radicaliseerde Delvoye de kritische functie van de kunst door de grenzen van de commodity-kunst te verkennen, onder andere door levende varkens te tatoeëren en zijn Cloaca-project op te zetten: kamergrote installaties die het menselijke spijsverteringsstelsel simuleren zijn het, en die zo de nutteloosheid van de menselijke natuur thematiseren. Tegelijk tast hij zo ook de ambivalente relatie tussen kunst en commercie af.

Hoewel er ondertussen al tien verschillende versies geproduceerd zijn, waarvan er één permanent tentoongesteld wordt in het MONA-museum in Tasmanië, zegt Delvoye dat hij gewoon “iets ingewikkelds, moeilijk te maken en zonder doel” wilde maken. Een lichaam zonder ziel. Verwijzend naar de strontschilderijen van Jacques Lizène of Merda d'Artista van Pierro Manzoni, gaat het Cloaca-project verder dan het domein van de kunst en omvat het ook dat van wetenschap, technologie en economie.

De kunstenaar probeerde zelfs Cloaca op de aandelenmarkt te noteren en liet de machine zijn eigen converteerbare obligaties uitgeven. Deze ironie jegens de kapitalistische economie (en die van de kunstwereld in het bijzonder) lokt een breed scala aan reacties uit bij haar publiek over de hele wereld, wat misschien wel de belangrijkste bestaansreden van het werk zou kunnen zijn?

Voortdurend heen en weer slingerend tussen antagonistische domeinen zoals het heilige en het profane, het lokale en het mondiale, confronteert Delvoye op sarcastische wijze de verschillende mythen die onze hedendaagse samenleving voeden, van religie, over wetenschap tot kapitalisme, telkens via een onverwachte hybridisatie. Delvoye beschouwt deze emulsificatie als het recept voor zijn creativiteit en productie.

Ook met de reeks Gotische werken die hij sinds begin van de jaren 2000 ontwikkelt bewandelt Delvoye een dunne lijn tussen het verkennen van artistieke stijlen uit het verleden en monumentaliteit. Door de middeleeuwse gotiek te benadrukken, maar deze te interpreteren met hedendaagse thema's en industriële technieken, streeft hij eigenlijk naar een nieuwe vorm om de hedendaagse architectuur uit te dagen. De decoratieve motieven en ornamenten worden niet zozeer gebruikt als vormelijke referenties, maar als een manier om nieuwe patronen van waarde en duurzaamheid te creëren in deze moderne tijden.

Prominent vertegenwoordigd in deze Gotische werken zijn levensgrote bouwmachines versierd met gotische ornamenten, gefabriceerd in laser-gesneden staal. In deze werken combineert hij kleine en grootschalige stukken om zo monumenten van alledaagsheid te creëren zoals vrachtwagens, bulldozers en cementmolens. Gotiek wordt gebruikt als een grondstof, waarin hij een vrouwelijke toets en de subtiliteit van het Gotische kantwerk vermengt met über-mannelijke objecten, het historische aan het futuristische koppelt, de materialiteit laat oplossen in de structuur, en zo een herinterpretatie biedt van kunstwerken uit het verleden, dit alles met een geamuseerde blik op de hedendaagse samenleving. De kunstgeschiedenis exploreren en onderzoeken, en tegelijkertijd de schoonheid van alledaagse voorwerpen onthullend, Wim Delvoye eigent zich op deze manier -met een barok gebaar tussen hulde en oneerbiedigheid- de motieven toe die hem inspireren.

Tentoonstellingen

Het werk van Wim Delvoye was te zien op Documenta IX en de Biënnale van Venetië in 1999. Verschillende emanaties van Cloaca zijn getoond in het MuHKA (Antwerpen, BE), Migros Museum (Zürich, CH), de Power Plant (Toronto, CA), New Museum (New York, VS), Musées de Bordeaux (FR), Musée d'art Contemporain de Lyon (FR), Kaohsiung Museum (Taiwan), … – culminerend in de presentatie van Cloaca Professional in MONA in Tasmanië.

Zijn gotische torens waren te zien tijdens de Biënnale van Venetië in 2009 langs het Canal Grande (Peggy Guggenheim Museum), Musée Rodin (Parijs, 2010), Bozar (Brussel, 2010) en het Jing’An Sculpture Park in Shanghai (2012). Een andere gedraaide spiraalversie hing in de piramide van het Louvre tijdens de solotentoonstelling van Delvoye in 2012, waaruit bleek dat zijn smaak voor ornamenten voortduurt in zijn onderzoek naar historische ruimtes, waarbij hij geschiedenis met moderniteit combineert.

Oeuvre[bewerken | brontekst bewerken]

Een selectie:

  • 1990 - Deelname aan Biënnale van Venetië
  • 1992 - Op documenta IX in Kassel toonde hij getatoeëerde varkens[2], die hij met assistentie van een dierenarts onder narcose behandelde. De getatoeëerde varkens transformeerden zich alzo tot kunstwerk met een toegevoegd copyright. Het slachten ervan is dus niet toegestaan en strafbaar. De kunstenaar stelt hoge eisen aan de omstandigheden waaronder de varkens tentoongesteld worden. Zo is er onder meer gezorgd voor ruim voldoende plaats, een gezellig nachtverblijf en zelfs een gezelschapsvarken (dat overigens niet getatoeëerd is).
  • 1999 - Delvoye maakt een video over het uitknijpen van jeugdpuistjes (Sybille).
  • 2000 - Delvoye maakt een machine die poep produceert: Cloaca. Het is een machine die het menselijk spijsverteringsstelsel nabootst.[3]
  • 2003 - GAIA verhinderde dat de kunstenaar 23 varkens tatoeëert voor de poëziezomer in Watou.
  • 2007 - CATERPILLAR serie. Een reeks uit Cortenstaal gemaakte "graafmachines", afgewerkt met (neo-)gotische motieven.
  • 2009 - De eerste versie van de "Torre", ontworpen specifiek voor de Biënnale van Venetië, verschijnt in het Peggy Guggenheim.
  • 2010 - Nadat de "Torre" verder wordt uitgewerkt, verschijnt hij in de tuin van het Musée Rodin te Parijs waarbij werk van Delvoye samengebracht wordt met beelden van Auguste Rodin.
  • 2010 - De "Torre" kreeg een extra (onderste) verdieping en werd op het dak van Horta's Bozar geplaatst (Brussel).

Het werk van Delvoye bevindt zich in collecties van vooraanstaande kunstmusea, waaronder het MUDAM in Luxemburg. In dit museum is er een installatie, Euterpe (2001), te bezichtigen voorstellende een gotische kapel met vele glasramen. Daarop ziet men niet, zoals gebruikelijk, heiligen of religieuze taferelen maar een compositie van röntgenfoto's van zoenende en vrijende koppeltjes. Het zijn dus vrij 'heidense' beelden, maar tegelijk herinneren de skeletten en de schedels van de röntgenopnamen aan de dood, zoals de vanitasschilderijen van de oude meesters.

Kasteel[bewerken | brontekst bewerken]

Op 22 september 2008 kocht Delvoye het kasteel Corroy-le-Château in een openbare veiling. Hij wilde in het kasteel een museum voor hedendaagse kunst inrichten. Zijn eigen werk zou tentoongesteld worden, maar ook dat van bevriende kunstenaars. Korte tijd later werd bekend dat Delvoye het kasteel toch niet zou kopen.

In 2013 bezat hij buiten zijn Studio Wim Delvoye in Gentbrugge het kasteel de Bueren in Melle.[4][5] Delvoye kwam daar in conflict met overheidsinstellingen na reeks bouw- en milieuovertredingen in zijn beschermde kasteel tussen 2008 en 2011. Hij verzette zich ook tegen de komst van windturbines in de ruimere zone rond het kasteel.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]